Op veel plaatsen in Nederland moet betaald worden voor het parkeren van uw auto. Er hoeft echter niet betaald te worden als er sprake is van laden en lossen, in plaats van parkeren. In een arrest van de Hoge Raad heeft deze beslist dat per parkeeractie bekeken moet worden of hiervan sprake is.
In het verleden is al beslist dat onder laden en lossen wordt verstaan: “het bij voortduring in- of uitladen van zaken van enige omvang of gewicht, onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht en gedurende de tijd die daarvoor nodig is”. Daarbij moeten deze zaken een dusdanige omvang of gewicht hebben dat ze niet of moeilijk anders dan per auto gehaald of gebracht kunnen worden.
In bovengenoemd arrest van de Hoge Raad handelde het om een bezorger van groente- en fruitpakketten. De bezorger had tijdens het laden en lossen van de pakketten geen parkeerbelasting betaald en twee naheffingen parkeerbelasting gekregen. Daarop stapte de bezorger naar de rechter.
De zaak kwam voor bij het gerechtshof in Den Haag. Die besliste dat er sprake was van laden en lossen en dat er dus geen parkeerbelasting verschuldigd was. Het Hof baseerde dit onder meer op het feit dat door de bezorger meerdere pakketten bezorgd werden en dat er ook lege verpakkingen retour werden genomen. Dat dit in sommige gevallen ook anders dan per auto had gekund, was volgens het Hof niet van belang.
Deze laatste zienswijze van het Hof is volgens de Hoge Raad onjuist. Of er door de pakketbezorger meerdere pakketten bezorgd worden of nog bezorgd moeten worden, is niet van belang. Er moet per parkeeractie bekeken worden of aan de eisen inzake laden en lossen wordt voldaan, aldus de Hoge Raad.
De Hoge Raad verwijst de zaak naar het Hof Amsterdam. Hier zal onderzocht moeten worden of bij de betreffende parkeeracties waarbij een naheffing parkeerbelasting werd opgelegd, sprake was van laden en lossen. De bewijslast hiervoor ligt bij de pakketbezorger.
Onderneemt u vanuit meerdere bv’s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om, als dat mogelijk is, de bv’s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting (Vpb) als in de btw is, onder voorwaarden, een fiscale eenheid mogelijk.
Lees verderHad u in 2024 recht op een loonkostenvoordeel (LKV) of het lage inkomensvoordeel (LIV), dan ontvangt u uiterlijk 15 maart 2025 van het UWV een voorlopige berekening Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2024. Controleer deze goed en kom bij onjuistheden of onvolledigheden in actie.
Lees verder