Het verstrekken van logies wordt vanaf 2026 belast met 21% btw. Dit tarief geldt ook als de factuur van een verblijf vanaf 1 januari 2026, nog vóór 2026 in rekening wordt gebracht. Staatssecretaris Van Oostenbruggen heeft onlangs aan de Tweede Kamer laten weten dat hierbij geen uitzondering gemaakt wordt voor groepsaccommodaties.
Om te voorkomen dat geanticipeerd wordt op de tariefsverhoging, is besloten dat het 21%-tarief ook van toepassing is als er sprake is van logies vanaf 1 januari 2026, waarbij de factuur via een vooruitbetaling al vóór 2026 wordt voldaan. De Stichting Groepsaccommodaties Nederland had om een uitzondering verzocht voor logies waarbij het om groepsaccommodaties handelt.
Groepsaccommodaties zijn ruimtes waarin voor groepen personen, oplopend tot meer dan 100 personen, logies wordt verstrekt. Ze worden veelal gehuurd voor vakantie of om bijvoorbeeld een training te kunnen geven.
De uitzondering werd bepleit omdat er al in 2024 contracten zijn afgesloten die betrekking hebben op logies vanaf 2026. Volgens de stichting betekent dit dat de logies verstrekkende ondernemer of de klant het verschil in btw dan zal moeten bijleggen. Volgens de stichting is dit een probleem, omdat de klanten vaak maatschappelijke organisaties, scholen, kerken en verenigingen zijn, die voor de extra btw-verhoging geen budget hebben en deze btw ook niet kunnen aftrekken.
Volgens de staatssecretaris is een uitzondering echter niet mogelijk. Het is namelijk juridisch niet toegestaan om op een vergelijkbare dienst een verschillend btw-tarief toe te passen. Daarbij is de verstrekking van logies via een groepsaccommodatie niet dermate afwijkend, dat dit te verdedigen zou zijn.
De staatsecretaris wijst ook op de hogere uitvoeringslasten van het door de stichting bepleite onderscheid, de kosten ervan en de hierdoor noodzakelijke alternatieve dekking. Voorts ziet het kabinet ook geen reden om groepsaccommodaties voor de btw anders te behandelen.
Een huis dat uit drie etages bestaat, kan deels in box 1 en deels in box 3 thuishoren. Bepalend hiervoor is of er sprake is van een zelfstandige woonfunctie per etage en dus van afzonderlijke appartementen. Zo ja, dan is er in dergelijke gevallen geen sprake van een onderdeel of aanhorigheid.
Lees verderAls door een fout van het UWV ten onrechte geen loonbelasting wordt ingehouden op een uitkering, hoeft de uitkeringsgerechtigde hiervoor niet automatisch op te draaien. Daarbij is wel van belang dat de uitkeringsgerechtigde te goeder trouw was.
Lees verder